Arjen van Diepen: “Met deze opbouw groeien ze mooi in de competitie”.
Net als een week eerder in Meppel reed Arjen van Diepen zich in de vierjarigencompetitie flink in de kijker. Met ‘Goddess Taonga’ en ‘Gigolo van de Toekomst’ nam hij de eerste en tweede plaats in beslag.
Arjen van Diepen met ‘Goddess Taonga'(l) en ‘Gigolo van de Toekomst’ (r).
“Goddess sprong weer heel goed, het gevoel was net zoals vorige week. De hengst sprong ook goed dit keer. Hij is best wel groot. Je merkt dat hij wat slapper is en daardoor niet iedere keer dezelfde sprong laat zien”, zegt Arjen. “Van alle wedstrijden die hij gelopen heeft was hij 92 procent foutloos maar de ene sprong is hij heel goed en de andere is hij bijvoorbeeld net iets ongelijk in het voorbeen. Je merkt dat hij er af en toe nog wat moeite mee heeft”.
‘Gigolo van de Toekomst’ is van onszelf”, antwoordt Arjen op de vraag wat over de hengst te vertellen. “Vorig jaar augustus hebben we hem gekocht van de fokker. We hebben hem toen weggebracht naar Jos Houwen om hem klaar te laten maken voor de hengstenkeuring in Zangersheide. Zes weken later liep hij daar en werd hij gelijk goedgekeurd”.
Arjen gaf de nieuwe aanwinst hierna een tijdje vrij-af om hem vervolgens ‘rustig zadelmak te maken’. “Van de winter is hij een paar keer mee geweest naar een oefenparcourtje. Omdat hij zo groot is hebben we de VSN Cup overgeslagen. Daar vonden we hem toen nog niet klaar voor. Vanaf april is hij meegegaan op concours”.
Ziet Arjen zich als een grote kanshebber in de Finale? “Goddess heeft nu 3 keer gewonnen en de hengst was twee keer vijfde en nu tweede. Ze staan er dus goed voor. Maar het moet allemaal nog wel even gebeuren. Ze zijn nog jong. Als je een fout krijgt heb je een paar punten minder en zak je weer wat”.
Wat vindt de eigenaar van Goddess, Willeke Bos, van Arjens prestaties met de merrie? “Zij is er natuurlijk heel blij mee”, zegt Arjen. “Ze komt bij de finale kijken. Het is voor haar extra leuk omdat ze de merrie zelf gefokt heeft. Ze staat nu trouwens in ‘In de Strengen’ met het hele verhaal over Goddess Taonga* .
Over de visie van parcoursbouwer Sjack Meuleman die van mening is dat de competitie wat later in het jaar zou mogen starten en het parcours vanaf de eerste wedstrijd op het niveau van wedstrijd vier staat, zegt Arjen: ” Daar ben ik het niet mee eens. Het is mooi dat het vroeg in het seizoen begint. Het zijn vierjarigen, ze worden toch op stijl beoordeeld. Of ze dan een parcours van 80 cm of van 1 meter of 1.10 cm springen hoeft niet uit te maken. Ik vind: zo groeien ze mooi in de competitie. Voor de wedstrijdsport is het een mooie opbouw, zeker naar de zomer toe, naar de Isah Cup bijvoorbeeld. Ik denk dat het aantrekkelijk is om er naartoe te gaan, juist omdat het in het begin niet zo hoog staat. Met een vrij groen paard kun je zo’n eerste parcours wel in de rondte lopen. Als er gelijk een dikke proef staat voor een vierjarige, dan moet je paard daar echt klaar voor zijn. Nu kun je ze, als ze nog iets groenig zijn, al wel meenemen. Toen Gigolo de eerste keer liep, was dat de derde of vierde keer dat hij mee was op concours. Als er toen zo’n hele dikke proef had gestaan dan had hij er een flinke kluif aan gehad”.
Dus het leertraject spreekt Arjen aan? “Ja, het is goed dat het opbouwend is, zeker voor een vierjarige. Ik vind het netjes dat ze het zo doen”. Volgens Arjen was duidelijk te merken dat er de laatste keer een technisch zwaarder parcours stond. “De vorige keer waren het nog allemaal simpele lijntjes, nu moest je er meer aan sturen”, zegt hij. “Ze zijn nu vaker meegeweest dus het was goed te doen”.
Hoe bereidt Arjen zijn paarden voor op de finale? “Ik ga gewoon rustig aandoen en een beetje simpel rijden thuis”, antwoordt hde ruiter. “Eigenlijk doe ik hetzelfde als toen we hier naartoe werkten. Rustig aan en niet teveel veranderen”.
*Zie IDS, nummer 13, blz. 70-71
Arjen van Diepen in het zadel van ‘Goddess Taonga’ met van links naar rechts: Ed van Benthem, eigenaar van ‘Van Benthem Diervoeders’, jurylid Mense Toering en gast-jurylid Bert van den Oetelaar.
Tekst en foto’s: Amanda Velt.