Peter van der Kallen zag ‘een droompaard om door een ringetje te halen’.

Tijdens de finale op het terrein van CH de Wolden had Peter van der Kallen de verantwoordelijke taak om de vier- en vijfjarige paarden op hun talent en rijdbaarheid te beoordelen. De paardenman uit Sint-Oedenrode is zelf ongeveer in het zadel geboren en opgegroeid. Hij verbleef 25 jaar in de VS waar hij als stalruiter begon en vanaf 1986 stal ‘SVK USA’ runde. Inmiddels weer zes jaar in Nederland, zet hij de paardenhandel voort onder de naam ‘SVK Holland’.

MDB_1714   MDB_1764
Peter van der Kallen aan het jureren tijdens de finale van de ‘De wolden Cup’.

Hoe kijkt Van der Kallen vanuit zijn ervaringen in de VS tegen de Nederlandse paardensport aan? “Wij zijn een opleidingsland en de rest van de wereld geniet van onze opleiders”, zegt hij. “We beginnen dat steeds meer te verliezen en dat vind ik jammer. Ik denk dat er meer ruiters minder moeten denken aan grote vrachtwagens en internationaal weggaan en meer moeten denken aan het goed opleiden van jonge paarden. Dan hebben ze altijd een goede kostwinning en als ze die paarden verkopen kunnen ze nog meer verdienen”.

Dus Nederlandse ruiters zouden niet de eindgebruikers moeten zijn? “Sommige ruiters wel, maar slechts een beperkt aantal. Ik denk dat we teveel ruiters krijgen die allemaal denken dat ze Gerco Schröder, Harrie Smolders, Maikel van der Vleuten of Marc Houtzager zijn. We hebben geweldige ruiters en daarvoor moeten we aanvoer maken, zodat die jongens aan de gang kunnen blijven”.
De ambities moeten bijgesteld worden? “Ja, alleen de supergetalenteerde jongere ruiters zouden moeten kunnen doorgroeien. Dat is ook een taak van ons als handelaren en eigenaren om daar de kansen voor te geven. Maar die moeten we niet aan iedereen geven die weg wil. Mensen zouden vaker het advies moeten krijgen: je rijdt heel goed, het is beter dat je de opleiding van de paarden voor je rekening neemt”.

Op de vraag hoe van der Kallen de prestaties in de finale van de ‘De Wolden Cup’ beoordeelt, zegt hij: “Ik vind dat er goede paarden waren, ze sprongen goed. Ze liepen netjes, maar ik vond over het algemeen dat teveel paarden dressuurmatig nog niet klaar zijn om dit te lopen. Het opleidingsniveau mag beter”. Van der Kallen legt uit: “Ik zag teveel paarden die nog te stijf in de mond zijn, die niet goed genoeg luisteren, niet genoeg ontspanning erin hebben. Dat is zeker een punt van aandacht hier. Ik heb dat in mijn commentaar ook tegen sommige mensen gezegd: als het dressuurmatige werk beter wordt, dan wordt het een heel goed paard”. Hij vervolgt: “Dat talent kun je tot een bepaald punt ontwikkelen. Dan beginnen die dressuurmatige tekortkomingen zich te laten zien. En dat willen we vermijden. Want we hebben goede paarden, ze springen goed”.

“Het gros van de paarden was goed”, herhaalt Van der Kallen, “maar er zijn ook paarden waar een amateurruiter heel gelukkig mee kan worden, mits ze netjes zijn opgeleid, hoog genoeg kunnen springen, top te rijden en braaf zijn”. “Paardensport is een piramide”, vervolgt hij. “Hoe hoger dat je de piramide opklimt hoe meer er afvallen”.

Als Van der Kallen terugblikt op het optreden van de winnaars, zegt hij: “Fairy Tail (v. Emilion), onder het zadel van Marcelle Hokse, is een geweldig paard. Als je die ziet binnenkomen denk je: het model is een beetje gewoontjes. Maar zo gauw die begint te springen: top! Lichtvoetig in galop, scherp van de paal af, heel gemakkelijk vermogen, een droompaard om door een ringetje te halen”. Van der Kallen verzucht: “Het is echt een heerlijk, heerlijk paard”.

Over Fair Play (v.Wizzerd Wv) van dezelfde amazone zegt hij: “dat is een groot paard. Toen hij bonnen kwam dacht ik: ik hoop dat hij lichtvoetig is. En dat is hij: lichtvoetig, scherp van de paal, vermogen. Aan het eind begon hij misschien een tandje te verzuren achter. In ’t begin opende hij heel mooi van achter, op het eind minder. Een paard van zo’n 1.72, 1.73 of nog wel meer, moet nog aan kracht winnen. Hij is heel scherp, heeft veel bloed en is echt een lekker paard”.

Over de vierjarigen zegt Van der Kalle: “Voor mij was het beste paard ‘Grace Kellygräfin’ (v. Vingino) onder Mareille van Geel-Schröders”. In één adem noemt Van der Kallen de kwaliteiten die hij zag in de jonge Vingino: “Onbeperkt vermogen, top in de techniek springen, veel bloed”. “Ze is nog jong, de rijerij is nog niet helemaal voor elkaar, dan krijg je een fout”, verklaart hij dat dit paard vandaag niet de hoogtste punten verdiende. “Er ontbreekt nog en stukje training. Maar als rauw talent was het voor mij hèt talent van de dag, een paard met de X-factor”. Of de jury nog adviezen heeft voor de amazone van de jonge schimmel? “O, die hoef ik geen advies te geven. Mareille en Daan van Geel weten heel goed waar ze mee bezig zijn. Die doen dat top, die opleiding. Die merrie zal ook alle tijd krijgen. Een betere stal kan ze niet hebben. Vandaag was de merrie iets heet en erg gebrand op de sprong. De amazone had er wat moeite mee om haar ontspannen te krijgen. Ze luisterde wel, maar het was net tegen het randje aan en soms óver het randje”. Dit paard gaan we in de hogere sport terugzien? Van der Kallen: “O ja, die gaan we zeker terugzien. Als ze gezond blijft. Laten we hopen dat alles de goede kant uit valt”.

Wat is Van der Kallens mening over de winnares: ‘Goddess Taonga’? “Dat is op dit moment een completer paard”, is het antwoord. “Dat is ook een paard dat, zoals het er nu uitziet, in de grote sport mee kan lopen”.

Dan relativeert Van der Kallen zijn mening over de finalisten: “Het is wel een éénpersoonsopinie op één dag. Het is mijn inschatting van het talent op dit moment”.

MDB_1726   MDB_1728

Mareille van Geel-Schröder met ‘Grace Kellygräfin’

Tekst en foto’s: Amanda Velt.

admin